Daartoe zullen [39]ook de priesters, [40]die tot den HEERE naderen, zich heiligen, dat de HEERE niet tegen hen uitbreke.
39. Versta hier, de eerstgeborenen, welke God de Heere zichzelven geheiligd had, en die voor de afzondering van den stam van Levi het priesterschap in de familien plachten te bedienen, hfdst.13 vs.2, en hfdst.24 vs.5, in wier plaats Hij naderhand den stam van Levi verkoren heeft, Num.8:14, enz.
40. Zie Lev.10:3.